Wet aanpak woonoverlast

Wet aanpak woonoverlast

Sinds juli 2017 is de Wet aanpak woonoverlast in werking getreden. Door deze inwerkingtreding hebben gemeenten meer bevoegdheden gekregen. Hierdoor kunnen zij effectiever optreden tegen woonoverlast. Dit geldt voor zowel huur- als koopwoningen.

De bevoegdheden van onder andere de burgemeester zijn vastgelegd in de Gemeentewet. De Gemeentewet is nu verruimd. Artikel 151d is toegevoegd aan deze wet. Dit artikel maakt het mogelijk om bij verordening vast te leggen dat inwoners geen overlast mogen veroorzaken. Gebeurt dit wel, dan kan de gemeente handhavend optreden.Uit dit artikel blijkt dat de burgemeester een verordening dient op te stellen. Deze verordening fungeert als grondslag voor het optreden.

De burgemeester kan ook optreden als er sprake is van overlast, veroorzaakt door een persoon die niet woonachtig is in de gemeente maar bijvoorbeeld tegen betaling gebruik maakt van een woning. De verhuurder is op dat moment verantwoordelijk.

Door het opstellen van een verordening kan specifiek worden omschreven op welke wijze een burgemeester kan optreden. Een voorbeeld hiervan is een gedragsaanwijzing zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.

Het volgende dient te worden opgemerkt. Dit artikel betreft een laatste middel om in te zetten. In eerste instantie dient bij overlast anders te worden opgetreden. Er dient te worden gebruik gemaakt van minder ingrijpende maatregelen.  Bijvoorbeeld mediation of buurtbemiddeling.  Daarnaast is het ook niet de bedoeling dat deze nieuwe wet wordt ingezet bij buurtruzies.